Afgelopen meivakantie hebben de van Vilsterens eventjes de toko gelaten voor wat het was, even open die windows, oftewel alles tijdelijk on hold zetten. U leest, het managementniveau in deze familie is uitermate hoog. Waar je mee omgaat word je mee besmet, wederzijds levelen noemen wij dat ook wel. Wij deinzen niet terug voor een straffe gezins-bilateraal. Het momentum was er om de kerncompetenties weer op te schalen, te downsizen, dan wel te finalizen. Geheel in stijl konden we onze residentie (lees mijn eerdere blog Je m’apelle Dennis) aan de Franse Côte d’Azur aandoen. Niets was minder waar. Wij gingen voor de algehele out of the box gedachte. We ruilden ons riante optrekje in het Zuid Franse in voor een sabbatical aan het Italiaanse Lago Maggiore. De camping was bellissimo. Alles erop en eraan, strikje erom, niets meer aan doen. De kids konden we heerlijk outsourcen. Marktconform meeten met anderen was hun devies. Kortom, er heerste een volledige synergie.
Toch is er altijd één maar. En bij ons was dat onze buurjongen Morris. Morris is afgelopen week vier geworden en had één missionstatement. Hij monitorde het gespuis wat door onze straat liep. Niemand kwam langs Morris, zelfs wij niet. Daarbij had Morris een talent voor benchmarken. Week maar iets af van de dagelijkse norm, dan was dat voor Morris een trigger om op zijn loopfiets poolshoogte te nemen. Typisch gevalletje van een can do mentaliteit. Morris had zo zijn eigen dagelijkse checklist die hij tot in extremis bijhield. Als Morris in een callcenter zou werken, zou hij degene zijn die je liever niet wil spreken. U begrijpt, Morris beheerst alle gesprekstechnieken. Onze straat werd zodoende gevrijwaard van al het campingschorem. Morris was orde & handhaving in één. Waagde iemand zich toch in de straat, dan had diegene een behoorlijke challenge.
Morris had helaas één manco, er zat geen verdienmodel in voor hem . Wat resulteerde in een ietwat hinderlijk gedrag. Vooral zijn ouders hadden hier gruwelijk veel last van. Ontelbare keren stond Morris op zijn eigen veranda in de hoek zijn straf uit te zitten. Zijn ouders waren hands on, dachten ze. Toch probeerde Morris, vanaf de veranda, zijn invloed uit te oefenen over het wel en wee in de straat. Op geheel organische wijze gooide hij steentjes naar diegene die dat in zijn ogen verdiende. Dit alles onder de noemer buurtpreventie. Het toont het stukje commitment wat dat jochie had. Met grote getale meed men onze straat.
Twee dagen voordat wij vertrokken, ging het gezin waar Morris in bivakkeerde, weg. Een bittere pil voor ons. Vlak voordat hij wegging gaf ik hem een snoepje. Even voorsorteren op de toekomst. Stel dat ik hem ooit nog tegenkom. Ik heb Morris liever voor me, dan tegen me. Ik bedankte hem voor zijn gameplan, al gaf Morris aan dat het allemaal geen rocket sience was. We begrepen elkaar. Bottomline, we hebben dankzij Morris een heerlijke vakantie gehad. Deze week mocht hij voor het eerst naar school. Even gas geven daar, gaf hij mij aan. Waarschijnlijk is hij een goede sparringpartner voor zijn meesters en juffen, of is dat een no brainer? Anyway, lang leve Morris!
Reactie plaatsen
Reacties
Wij staan al weken op camperplaatsen, wij komen deze type kids niet tegen. Ha ha. Weer mooi geschreven Dennis.